Verwarm de oven voor op 170 °C. Rooster de hazelnoten 7 minuten op een met bakpapier beklede bakplaat tot ze mooi goudbruin zijn. Verhit ondertussen 200 gram kristalsuiker met 1½ eetlepel water in een kleine pan met dikke bodem op middelhoog vuur. Roer niet! Je kunt de pan wel een beetje heen en weer schudden om de suiker gelijkmatig over de bodem te verdelen. Laat circa 7 minuten koken tot een diepbruine karamel ontstaat.

Haal de hazelnoten uit de oven, maar laat de oven aan. Prik 10-12 hete hazelnoten op satéprikkers (niet te diep, dan breken ze) en houd apart. Leg de rest van de hazelnoten terug op de beklede bakplaat. Schenk de helft van de bruine karamel over de hazelnoten op de bakplaat en laat in 30 minuten helemaal afkoelen en uitharden (dit is de praliné).

Verhit ondertussen de rest van de karamel in de pan opnieuw 3 minuten op laag vuur. Haal van het vuur en laat enkele minuten afkoelen. Roer af en toe met een houten lepel door, de karamel moet vrij dik en taai zijn. Probeer of een hazelnoot aan een prikker door de karamel omhuld wordt en een draad trekt als je hem eruit trekt. Wacht als de karamel nog te dun is, of verwarm weer op laag vuur wanneer de karamel te dik wordt. Pas op dat het niet aanbrandt. Trek zo steeds enkele noten één voor één door de karamel. Breek de karameldraad af op 5-10 centimeter en zet de prikkers rechtop in een bakje, maar zorg dat de pieken elkaar niet raken. Herhaal tot je circa tien hazelnoten met karamelpieken hebt. Laat goed uitharden.

Verwarm de oven voor op 180 graden (let op: iedere oven is anders en de ideale baktemperatuur kan hiervan afwijken). Mix 15 gram eivervanger (wij gebruiken Panaceg, te bestellen bij Viola’s Patisserie) met 135 milliliter water grondig en zet apart. Verwarm de kokosmelk in een steelpan op middelhoog vuur. Voeg de plantaardige boter en de suiker toe en verwarm tot deze gesmolten is. Haal de pan van het vuur en voeg de bloem en het zout in een keer toe. Roer met een harde spatel tot het meel is opgenomen. Zet de pan terug op het vuur en roer het deeg 3-4 minuten door tot je een glanzende deegbal hebt die loskomt van de randen van de pan. Haal van het vuur en leg het deeg in een kom.

Laat het deeg zo’n vijf minuten afkoelen terwijl je regelmatig roert met een spatel. Meng de eivervanger beetje voor beetje met een spatel of keukenmachine met vlinder door het deeg tot je een egaal, stevig deeg hebt. Schep in een spuitzak.

Teken twee cirkels met een diameter van 15 centimeter op een vel bakpapier. Leg het vel ondersteboven op een bakplaat. Spuit op beide cirkels drie ringen tegen elkaar aan. Werk oneffenheden met natte vingers bij. Bak de kransen circa 20 minuten in de hete oven tot ze gerezen, goudbruin en gaar zijn. Doe de ovendeur tussendoor niet open. Haal de soezenkransen uit de oven en laat in 30 minuten helemaal afkoelen.

Maal ondertussen 3/4 van de praliné heel fijn in de keukenmachine. Hak de rest van de praliné grof met een mes. Zorg ervoor dat de stukjes niet te groot zijn en wel door het spuitmondje passen.

Klop de plantaardige slagroom met 30 gram witte basterdsuiker en de vanille stijf. Voeg eventueel de vegan mascarpone toe voor de smaak en stevigheid. Meng de fijngemalen praliné erdoor. Schep de helft in een spuitzak met gekartelde spuitmond. Smelt de chocolade en spatel deze door de rest van de slagroom. Schep in de tweede spuitzak.

Leg een soezenkrans op een serveerschaal of taartplateau. Spuit er hoge toeven chocoladeroom op tot de hele onderkant bedekt is. Verdeel 2/3 van de frambozen over de binnen- en buitenkant van de chocoladetoeven. Spuit 2/3 van de witte pralinéroom in toeven rondom over de binnen- en buitenkant van de krans op de chocoladetoeven.

Leg de andere soezenkrans erop. Spuit de rest van de witte pralinéroom in toefjes op de krans. Haal de karamelnoten voorzichtig van de prikkers. Versier de krans met de karamelnoten, de rest van de gehakte praliné en de rest van de frambozen. Serveer direct.